Een geschiukte plaats wordt gekozen door de farao.
Op deze plaats worden planten en los zand verwijderd.
Met vier houten stokken wordt het grondvlak van de piralmide gemarkeerd.
Dat grondvlak wordt uigegraven tot op de rotsbodem voor een stevig fundament.
In de rotsbodem worden grachten uitgehakt.
Dan laat men water vloeien in die grachten dat dient als waterpas.
daarmee wordt de rotsbodem op gelijk niveau gehakt zodat men een valk fundament krijgt.
Dan w<orden er sporen aangelegd om sleden over te trekken met stenen uit rood graniet en kalksteen.
De sleden worden getrokken door slaven en de sporen worden ingesmeerd met vet om weinig wrijving te hebben.
De stenen worden mooi in elkaar gepast door steenarbeiders.
Na de eerste laag blokken wordt er een helling gebouwd om naar het volgende niveau te geraken.
De hellingen hebben ingebouwde rollers zodat blokken tot 2 ton kunnen omhoog getrokken worden.
Met deze techniek wordt elk niveau afgewerkt tot aan de top waar een gouden steen wordt geplaatst.
De graftombe en de doorgangen worden uitgehakt voor de begrafenis van de fararo.
De piramide wordt afgewerkt door de kalkstenen zijden af te vlakken.